26 januari 2011

Roy Santiago doet het zo (1) - een album opnemen

Roy komt hier vaker: voor inspiratie, Perfect Elliot Smith, The Pixies en, best of all, Perfect Stiff. Zelf heeft-ie ook een perfecte nieuwe plaat gemaakt (want ik heb 'em al gehoord). Perfecte Pop welteverstaan. Dat ging zo: 'Het opnemen van een album is een mooi avontuur. Of kan een mooi avontuur zijn als je daar zin in hebt. Een studio is zo geboekt, en anders bouw je er gewoon zelf een. Het is maar net waar je zin in hebt en waar je genoegen mee neemt. Maar als je iets meer je best doet leidt het opnameproces je naar leuke plekken en krijg je de kans om toffe mensen te ontmoeten.'

Een plaat opnemen gaat niet alleen om het inspelen van de nummers. Tenminste, dat kan wel, maar dan klinkt het eindresultaat vaak lusteloos en mat, aldus Roy: 'Ikzelf vind het fijn om liedjes op te nemen die al wel structuur, kop en een staart hebben, maar nog niet helemaal af zijn. Om als het ware in de studio de 'grote broers' op te nemen van de demo's die ik thuis heb gemaakt. Op die manier wordt het opnemen in een studio een creatief proces waar de liedjes vaak sterker van worden. En dat krijg je niet in je eentje voor elkaar. Als je een gave plaat wilt opnemen, heb je daar een aantal dingen voor nodig. Uiteraard begint het met een zak vol sterke nummers, genoeg om een album mee te vullen. Liefst een paar teveel, zodat je er nog wat kunt schrappen als je er niet tevreden over bent. Verder: wat geld en een internetverbinding. En vergeet niet: de juiste mensen. Voor de laatste 2 albums die ik maakte ben ik steeds op zoek gegaan naar muzikanten die ik goed vind en die ervaring hebben met opnemen. Mensen die je kunt toevertrouwen met een pril liedje aan de slag te gaan om daar het beste uit te halen.

Mijn album
Broca heb ik opgenomen in het huis van de Amerikaanse singer-songwriter Justin Vollmar. We hadden eerder samen op een avond gespeeld in Utrecht. Hij zit op het label BlueSanct, gevestigd in Bloomington, Indiana. Ik kende Michael, de eigenaar en wist dat veel artiesten van zijn label ook woonachtig waren in Bloomington. Ik vond destijds dat mijn muziek leek op wat het BlueSanct toen uitbracht. Dus ik mailde Michael om te vragen of hij iemand kende met een studio. Hij tipte Justin, cc’de hem in zijn mail en 2 maanden later haalde Justin me op van het vliegveld in Indianapolis. In de 10 dagen waarin we het volledige album opnamen en mixten crashte ik in de thuisstudio van zijn broer en hemzelf (een bungalow in een bos buiten de stad). Afgezien van de vliegtickets en het zakgeld kostte het me $500 dollar (omgerekend zo'n €370) om het volledige album op te nemen.' Nu jij weer!Roy vervolgt: 'In maart komt 'The Great Pretender' uit [bij Munich] en eigenlijk heb ik op dezelfde manier plannen gemaakt als de keer ervoor. Eerst heb ik een tijdlang aan demo's gewerkt. Gewoon thuis. Drumstel en Philicorda in de kelder, dat werk. Het materiaal klonk meer dan eerder alsof er een hele band aan had gewerkt. Maar dan wel eentje met een matige toetsenist en een drummer die geen ritme kan houden. Ik moest dus ineens niet alleen naar een goede studio op zoek, maar ook naar goede muzikanten.

Een paar jaar geleden mailde ik de Belgische muzikant
Mauro Pawlowski. De man zit in zoveel projecten dat het nog lastig zou zijn om alle bandnamen op één arm getatoeëerd te krijgen. Ik vroeg me af waar hij al die projecten opneemt en hoopte er stiekem op dat hij een eigen studio zou hebben. Dat bleek niet zo te zijn. Naast dat hij geen tijd had -even later speelde hij in dEUS- vertelde hij dat zijn meeste projecten worden opgenomen in Studio Jezus, de studio van Pascal Deweze in Antwerpen. Pascal is zelf ook muzikant. Hij maakte in de jaren '90 furore met Metal Molly en speelt nu in Sukilove en Broken Glass Heroes. Daarnaast is hij vast bandlid in het gros van de projecten van Mauro. Met Pascal bleek het goed te klikken. Ik kreeg al snel in de gaten dat zijn rol in het proces niet zou ophouden bij het indrukken van de knoppen. Ook stelde hij me voor aan drummer Dave Schroyen en engineer Pieter van Buyten. Zelf nam ik bevriende muzikant Xavier Teerling mee als bassist. In Studio Jezus hebben we uiteindelijk alle basispartijen opgenomen: alle drums en baspartijen, piano, cello, lead vocals en de basis gitaarpartijen.'

Roy nam daarna met Xavier alle aanvullende partijen op in de thuisstudio van Xavier, op een voormalig terrein van de luchtmacht, in een oud opleidingscentrum: 'Da's goedkoper dan in een professionele studio. Want alles opnemen in een studio is gewoon best wel duur. Een ander voordeel was dat we lekker dicht bij huis zaten en dat we daardoor makkelijk wat bevriende muzikanten konden uitnodigen om instrumenten in te spelen. Het nadeel was overigens dat de verwarming het pas ging doen toen het lente werd. Maar dat terzijde.'

In beide gevallen komt het feitelijk neer op het volgende volgens Roy: 'Als je ideeën hebt over hoe je een album wilt opnemen, moet je daar niet te lang over twijfelen. Je kan veel verwezenlijken door er gewoon naar te vragen. Als je hier en daar rondmailt, kom je nooit zomaar op een dood spoor uit. En als je een paar verschillende plannen hebt, dan komt er altijd wel eentje tot uitvoering. Voorwaarde is wel dat je redelijk concrete ideeën moet hebben over hoe je iets wilt aanpakken. Met welke mensen zou je graag willen werken? Hoe lang wil je bezig zijn met het opnemen van een album? Wat is je budget? Het voordeel van deze aanpak is dat het altijd persoonlijk is. Je gaat ineens niet meer in je eentje die plaat opnemen, maar je hebt mensen gevonden die je er graag bij helpen en enthousiast zijn over je muziek. Op die manier komt het eindproduct al snel dik in orde. Al is het alleen maar omdat het album je doet herinneren aan een mooi avontuur.' En zo is het.

Rond de release van 'The Great Pretender' (nogmaals: heerlijke popplaat!) komt Roy hier opnieuw aan het woord. Tot dan.

Geen opmerkingen: